INVERSE ANOREXIA

Inverse Anorexia - de verborgen eetstoornis bij mannen

Hoewel eetstoornissen vaak geassocieerd worden met gewichtsverlies en mager zijn, bestaat er ook een minder bekende, maar steeds vaker voorkomende eetstoornis bij mannen: inverse anorexia, ook wel bekend als muscle dysmorphia (MD) of bigorexia. Dit is een aandoening waarbij iemand een vertekend lichaamsbeeld heeft en geobsedeerd is met het vergroten van spiermassa en het verlagen van het vetpercentage.

Mannen die aan muscle dysmorphia lijden, vinden zichzelf klein, tenger en onvoldoende gespierd, zelfs wanneer ze objectief gezien een goed ontwikkelde spiermassa hebben. Net als bij anorexia nervosa, zijn ze ontevreden met hun lichaam, maar in plaats van gewichtsverlies na te streven, willen ze juist in gewicht aankomen door spieropbouw. Dit leidt vaak tot extreem sporten, een rigide dieet en mogelijk zelfs het gebruik van anabole steroïden, met alle risico’s en gezondheidsgevolgen van dien.

Wat is muscle dysmorphia?

Muscle dysmorphia werd voor het eerst beschreven in de jaren ‘90 door Pope et al. (1997) en wordt sindsdien steeds vaker erkend als een serieuze stoornis die onder de paraplu van body dysmorphic disorder (BDD) valt. Dit betekent dat het niet alleen een eetstoornis is, maar ook een obsessie met een vermeend lichamelijk tekort, vergelijkbaar met mensen die bijvoorbeeld een onnatuurlijke focus hebben op een "te grote neus" of "asymmetrisch gezicht". Tegenwoordig gebruiken we ook de term “inverse Anorexia“ wat eigenlijk betekend ‘het tegenovergestelde van Anorexia‘.

Mannen met Inverse Anorexia of Muscle Dysmorphia zijn vaak uren per dag bezig met krachttraining, calorie- en macronutriëntentelling en het checken van hun lichaam in de spiegel. Ondanks hun gespierde uiterlijk ervaren ze permanente ontevredenheid en denken ze dat ze nooit groot en sterk genoeg zijn.

Kenmerken van inverse anorexia of muscle dysmorphia

De symptomen van muscle dysmorphia lijken in sommige opzichten op anorexia nervosa, maar hebben een omgekeerd doel: in plaats van dun te willen zijn, streven mannen naar een overdreven gespierd en droog lichaam.

Gedragsmatige kenmerken:

  • Obsessioneel krachttrainen, vaak meerdere uren per dag, ondanks blessures of vermoeidheid.

  • Strikte controle over voeding, met een extreem hoge eiwitinname en het vermijden van vetten en koolhydraten.

  • Gebruik van supplementen en spierversterkende middelen, zoals proteïneshakes, pre-workouts en BCAA’s.

  • Misbruik van anabole steroïden of groeihormonen, wat ernstige gezondheidsrisico’s met zich meebrengt.

  • Frequent wegen en meten van spieromvang, soms meerdere keren per dag.

  • Voortdurend checken in de spiegel, vaak gecombineerd met negatieve zelfspraak.

  • Sociale isolatie, omdat sociale activiteiten conflicteren met training of eetregels.

Psychologische kenmerken:

  • Vertekend lichaamsbeeld, waarbij de persoon zichzelf als klein en zwak ziet, ondanks een gespierde lichaamsbouw.

  • Angst om spiermassa te verliezen, wat kan leiden tot dwangmatig trainen en eetgedrag.

  • Sterke afhankelijkheid van validatie door anderen, zoals via sociale media of complimenten over hun lichaam.

  • Depressie en angst, vaak gekoppeld aan gevoelens van falen als ze hun spierdoelen niet bereiken.

  • Obsessioneel bezig zijn met lichaamsverandering, ten koste van andere levensgebieden zoals werk, relaties en hobby’s.

DSM-5 classificatie en relatie met andere stoornissen

Hoewel muscle dysmorphia geen aparte stoornis in de DSM-5 is, wordt het geclassificeerd onder body dysmorphic disorder (BDD), een onderdeel van de obsessief-compulsieve spectrumstoornissen (American Psychiatric Association, 2013).

Volgens de DSM-5 zijn de diagnostische criteria voor BDD:

  1. Een preoccupatie met een of meerdere vermeende gebreken of onvolkomenheden in het uiterlijk, die voor anderen niet zichtbaar of onbeduidend lijken.

  2. Herhaaldelijk gedrag dat voortkomt uit de preoccupatie, zoals overmatig in de spiegel kijken, zichzelf vergelijken met anderen, of dwangmatig sporten en diëten.

  3. Aanzienlijk lijden of beperkingen in sociaal, beroepsmatig of ander belangrijk functioneren.

  4. De preoccupatie kan niet worden verklaard door een eetstoornis zoals anorexia nervosa.

Bron: American Psychiatric Association, DSM-5 (2013)

Oorzaken en risicofactoren

Net als bij andere eetstoornissen is muscle dysmorphia een multifactorieel probleem, beïnvloed door biologische, psychologische en sociale factoren.

Biologische factoren:

  • Genetische aanleg voor perfectionisme en obsessief gedrag.

  • Disbalans in neurotransmitters zoals serotonine en dopamine, die betrokken zijn bij stemming en compulsief gedrag.

Psychologische factoren:

  • Laag zelfbeeld en onzekerheid over het lichaam, vaak al aanwezig vanaf de puberteit.

  • Perfectionisme en prestatiedruk, vooral bij mannen die altijd de beste willen zijn.

  • Moeite met emotieregulatie, waarbij krachttraining en controle over voeding als copingmechanisme worden gebruikt.

Socioculturele factoren:

  • Het schoonheidsideaal voor mannen is verschoven, waarbij gespierd zijn gelijkstaat aan kracht en succes.

  • Sociale media en fitnesscultuur, waarbij Instagram en TikTok vol staan met onrealistische lichaamstypes en "before-and-after" transformaties.

  • Invloed van sport en fitnessmilieus, waar gespierdheid wordt beloond en dun zijn als ‘zwak’ wordt gezien.

Gevolgen van muscle dysmorphia

De impact van muscle dysmorphia is niet alleen mentaal, maar ook fysiek. De stoornis kan leiden tot ernstige gezondheidsproblemen:

Fysieke gevolgen:

  • Schade aan spieren en gewrichten door overtraining.

  • Hormonale disbalansen door overmatig gebruik van steroïden en supplementen.

  • Hart- en vaatziekten als gevolg van anabole steroïden.

  • Nier- en leverproblemen door overmatige eiwitinname en gebruik van anabole middelen.

Sociale gevolgen:

  • Relatieproblemen, omdat alles draait om training en voeding.

  • Verminderde werk- of schoolprestaties door obsessie met sport en voeding.

  • Sociale isolatie, doordat normaal sociaal contact, zoals uit eten gaan, wordt vermeden.

Behandeling en herstel

Muscle dysmorphia vereist een multidisciplinaire behandeling, waarbij psychologische, medische en voedingskundige begeleiding centraal staan.

Effectieve behandelmethoden:

  • Cognitieve gedragstherapie (CGT): gericht op het veranderen van verstoorde denkpatronen.

  • Psychotherapie: voor het aanpakken van onderliggende onzekerheden en perfectionisme.

  • Voedingsadvies: om een gezond, gebalanceerd eetpatroon te ontwikkelen zonder obsessie.

  • Medicatie: in sommige gevallen SSRI’s (zoals fluoxetine) bij ernstige obsessieve symptomen.

Conclusie

Muscle dysmorphia, ook wel inverse anorexia genoemd, is een groeiend probleem onder mannen dat vaak onopgemerkt blijft. De obsessie met spiermassa en het ‘perfecte’ lichaam kan ernstige gevolgen hebben voor de fysieke en mentale gezondheid. Vroege herkenning en behandeling zijn essentieel om de negatieve impact te verminderen.

Heb jij of iemand in je omgeving hulp nodig? Isa Power biedt professionele ondersteuning bij eetstoornissen en lichaamsbeeldproblematiek.

Bronnen

  • Pope, H. G., Gruber, A. J., Choi, P., Olivardia, R., & Phillips, K. A. (1997). Muscle dysmorphia: An underrecognized form of body dysmorphic disorder. Psychosomatics, 38(6), 548-557.

  • American Psychiatric Association. (2013). Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (5th ed.).

  • Fairburn, C. G. (2008). Cognitive Behavior Therapy and Eating Disorders. Guilford Press.