Je bent niet je eetstoornis

Thema: vriendschap en een eetstoornis

‘Ze zeggen dat ik een eetstoornis heb,’ zei ik zacht, terwijl ik op het randje van de bank zat. Mijn beste vriendin zat tegenover me. We hadden al de hele avond gezellig zitten kletsen. Ze had hapjes op tafel gezet, maar ik had er nauwelijks iets van durven nemen. Ze gaf me een knuffel. ‘Ik dacht het al een beetje,’ zei ze.

Lieve familie en vrienden, ik heb een eetstoornis
Het vertellen aan mijn vrienden en familie dat ik een eetstoornis had, was stap één. Eigenlijk reageerde iedereen heel begripvol. Ik was doodsbang voor hun reacties, dacht dat ze boos of teleurgesteld zouden zijn. Maar in plaats daarvan wilden ze me helpen en steunen.

Toen ik eenmaal in behandeling ging en nog weinig motivatie had om beter te worden, werd het onderhouden van vriendschappen moeilijker. Zij waren met dingen bezig waar ik op dat moment geen ruimte voor had, omdat mijn gedachten volledig in het teken stonden van eten. Wanneer ze het hadden over jongens, kleding of welke lippenstift het mooist stond bij hun ogen, sloot ik me langzaam af. Hoe deden zij dat – gewoon leven, zonder dat je hoofd overloopt? Ik voelde me onbegrepen. Zij gingen door, maar mijn leven leek stil te staan. Soms voelde ik me zelfs eenzaam in gezelschap. Ik wilde meedoen, maar wist gewoon niet meer hoe.

Tip: Schrijf een brief aan een paar vrienden. Ik deed dit tijdens mijn behandeling. Daarin legde ik uit wat mijn eetstoornis inhield, wat ik soms dacht als ik met hen was en hoe ik me voelde. Ik schreef ook hoe dankbaar ik was dat ze er voor me waren, en dat ik er ook voor hén wilde zijn.

Buikpijn van het lachen
Toch zorgden mijn vriendinnen ook vaak voor afleiding. Een middag met hen doorbrengen gaf me motivatie om mijn leven terug te krijgen. Ik vond het fijn om met meer dan één vriendin tegelijk af te spreken, zo kon ik me even afzonderen als het te veel werd.

Toen ik begon aan mijn nieuwe studie, zag ik een aantal vriendinnen ook op school. Eten stond minder centraal; de gesprekken gingen over andere dingen. Dat gaf opluchting. Ik kon weer lachen, weer even gewoon zijn. Af en toe durfde ik zelfs een terrasje te pakken .Niet altijd, maar stap voor stap kreeg ik het vertrouwen terug dat sociale momenten met eten weer normaal konden voelen.

Voor je vrienden is het óók ingewikkeld
‘Ik doe dit even als stok achter de deur voor mezelf maar IK MOET LUNCHEN ALS IK MET JOU GA LEREN.’
We zaten samen in de bibliotheek, al twee dagen achter elkaar. Af en toe wisselde ik periodes van normaal eten nog af met restrictie.

 ‘JA! Is een hele goeie! Ik durfde er laatst al niet naar te vragen. Ik eet lekker met je mee,’ antwoordde ze.

Open zijn over mijn eetstoornis bracht mijn vriendinnen dichterbij. Dat was helpend, en ook zij gaven aan dat ze dit fijn vonden. Want voor hen was het soms ook zoeken: wat zeg je wel, wat zeg je niet?

‘Ik wilde me niet bemoeien met wat je at,’ zei een vriendin eens, ‘maar ik wilde wel dat je at.’

Tip: Vind je het lastig om in real life iets te zeggen of om hulp te vragen? Stuur een appje. Je hoeft het niet alleen te dragen. Je kunt zelfs een codewoord afspreken. Bij mij was dat een tijde ‘sok’ (vraag me niet waarom), dan wist mijn omgeving dat het wat minder ging en dat ik wat meer steun nodig had.

Vriendschap als motivatie
Ze bestrooide de wafels met poedersuiker. Ik lustte er ook wel een, misschien zelfs twee. We waren op vakantie, met mijn ouders en een goede vriendin. Van tevoren was ik nog volledig in paniek geweest en had ik eigenlijk niet mee willen gaan. Maar eenmaal daar was ik zó blij dat ik het had aangedurfd.

Ik ging uitdagingen aan: uiteten, kroketjes met kaas, tosti’s uit de pan. Niet alles lukte, maar ik deed het. Jaloers keek ik hoe mijn vriendin haar ontbijtbord opschepte en toen besefte ik iets. Zij kon dit eten, en ik oordeelde haar niet. Ik was nooit bezig met andermans lichaam, alleen met het mijne. Waarom mocht ik mezelf niet gunnen wat ik anderen gunde?

Vriendschap liet me zien dat je voor jezelf mag zorgen. Dat je mag genieten. Dat je vrij mag zijn.

Tip: Eetuitdagingen aangaan met vriendinnen kan het zó veel aangenamer maken! Ik maakte een lijst met dingen die ik spannend vond en vroeg mijn vriendinnen of ze een paar ervan samen met mij wilden doen. Soms maakten we er een foto of filmpje van. Zo kon ik me steeds meer focussen op het samenzijn in plaats van op het eten.

Ervaringen van anderen
“Ik mocht niet meer naar school en kon mijn vriendinnen nauwelijks zien. Ik onderhield het contact vooral online. Toen ik eindelijk weer naar school mocht, pakte ik de vriendschappen meteen weer op. Ze hebben echt veel motivatie gegeven in mijn herstel – daar ben ik ze nog steeds dankbaar voor.” – Anoniem.  

Tip: Kun je je vrienden tijdelijk niet zien? Probeer dan online contact te houden. Dat kan het gevoel van eenzaamheid echt verminderen.  

“Tijdens mijn eetbuiperiodes trok ik me vaak terug. Ik schaamde me en zei afspraken af. Eén vriendin bleef me toch berichtjes sturen. Dat gaf me het gevoel dat ik er nog mocht zijn, ook als het niet goed ging. Er zijn ook periodes geweest dat ik juist veel met vrienden afsprak om niet alleen te zijn. Ik merkte dat ik minder snel een eetbui kreeg als ik onder de mensen was. Dat voelde ook dubbel: ik wilde gezellig doen, maar was tegelijkertijd bang dat anderen iets aan me zouden merken. Uiteindelijk kwam ik erachter dat praten hielp. Je hoeft het niet alleen te doen.” – Anoniem (BED).

Je bent niet je eetstoornis
Vriendschap is niet altijd vanzelfsprekend tijdens een eetstoornis. Soms voel je afstand, soms schaamte of onbegrip. Maar de mensen die blijven, zien méér dan de eetstoornis – ze zien jou. En stap voor stap, door hun ogen, kun jij dat ook weer gaan zien.

“Je bent niet je eetstoornis.”

Volgende
Volgende

Mijn eetstoornis, mijn beste vriend